Identifier: deinlandschekuns03jasp (find matches)
Title: De inlandsche kunstnijverheid in Nederlandsch Indië
Year: 1912 (1910s)
Authors: Jasper, J. E Pirngadie, Mas
Subjects: Decorative arts Batik Textile fabrics Weaving
Publisher: 's-Gravenhage, Mouton & co.
Contributing Library: Sterling and Francine Clark Art Institute Library
Digitizing Sponsor: Sterling and Francine Clark Art Institute Library

View Book Page: Book Viewer
About This Book: Catalog Entry
View All Images: All Images From Book
Click here to view book online to see this illustration in context in a browseable online version of this book.

Text Appearing Before Image:
I1) In de bepalingen, door den Soesoehoenan van Soerakarta uitgevaardigd op 5 Djoemadi1 avval van hetJavaansche jaar 1716 staat inderdaad „përang roesak. (2) Ongeveer eenzelfde teekening trof ik aan op een vermoedelijk uit Madjapait-tijd afkomstigen pot, welketeekening op een rij bladeren duidde, allen met omgekrulde punt. J54
Text Appearing After Image:
Plaat 13. HET VORSTELIJKE PATROON PARANG ROESAK. (Zie blz. 153 t/m 157.J dat nog niet ontloken blad vertoont een krul, die dan ook in de Javaansche versieringskunst meer en meer het symbool geworden is van jong leven f1). De beteekenis van den naam parang roesak heeft zich zoover gewijzigd, dat de Javaan in dit patroon thans meent te zien: de kris-of rots-(parang)-figuur, die beschadigd (roesak) is. Vandaar de navolgende legenden: Pandji, de vorst van Djënggala, zou in het huwelijk treden met Poetri sekar tadji, dochter van den vorst van Kediri, toen hij verliefd werd op Dèwi Angrèni, dochter van den patih van Djéngala, een van zijn dienaren. Pandjis vader, hierover ontstemd, gaf daarop aan zijn anderen zoon, Toemenggoeng Bradja Nata een kris, en gelastte hem daarmee Dèwi Angrèni te dooden. Toen zulks gebeurde, droeg Pandji juist een kleed van p arang-teekeningenvan toen af aan, omdat de

Note About Images